23 Alle inwoners huilden luid terwijl de hele menigte voor de ogen van de koning het Ki̱drondal+ overstak. En de menigte ging de weg op richting de woestijn.
6 Hij haalde de heilige paal+ uit het huis van Jehovah weg en bracht die naar de rand van Jeruzalem, naar het Ki̱drondal. Hij verbrandde hem+ in het Ki̱drondal, verpulverde hem tot stof en verstrooide het stof op de graven van het gewone volk.+
18Nadat Jezus die dingen had gezegd, ging hij met zijn discipelen naar de overkant van het Ki̱drondal.*+ Daar gingen hij en zijn discipelen een tuin in.+