7 Als ik spreek over het uitrukken, afbreken en vernietigen van een volk of een koninkrijk+8 en dat volk stopt met de slechtheid waartegen ik me heb uitgesproken, dan zal ik van gedachten veranderen* als het gaat om de ellende waarmee ik het wilde treffen.+
3 Als degenen van het huis van Juda horen over alle ellende die ik ze wil aandoen, zullen ze zich misschien van het verkeerde pad afkeren, zodat ik hun overtredingen en zonden kan vergeven.’+
27 En als iemand die slecht is, zich afkeert van de slechtheid die hij heeft begaan en gaat doen wat juist en rechtvaardig is, dan zal hij zijn eigen leven* redden.+