-
Ezechiël 33:30, 31Nieuwewereldvertaling van de Bijbel
-
-
30 Mensenzoon, je volksgenoten praten over je bij de muren en in de deuropeningen van de huizen.+ Ze zeggen tegen elkaar, elk tegen zijn broeder: “Kom, laten we eens horen wat het woord is dat van Jehovah komt.” 31 Ze zullen toestromen om vóór je te zitten als mijn volk, en ze zullen je woorden horen maar niet doen.+ Want met hun mond vleien ze je,* maar hun hart is uit op oneerlijke winst.
-