8 Veel volken zullen langs de stad komen en tegen elkaar zeggen: ‘Waarom heeft Jehovah dat met deze grote stad gedaan?’+9 En ze zullen antwoorden: ‘Omdat ze zich niet hebben gehouden aan het verbond van Jehovah, hun God, en zich voor andere goden hebben neergebogen en die zijn gaan vereren.’”+
9 Hij zei tegen me: ‘De zonde van het huis van Israël en Juda is ontzettend groot.+ Het land is vol bloedvergieten+ en de stad vol verdorvenheid,+ want ze zeggen: “Jehovah heeft het land verlaten en Jehovah ziet het niet.”+
7 Jehovah, u bent rechtvaardig, maar wij moeten ons schamen,* ook vandaag — heel Israël, onder wie de mannen van Juda en de inwoners van Jeruzalem, degenen dichtbij en ver weg, in alle landen waarheen u ze hebt verdreven omdat ze u ontrouw waren.+