-
Jeremia 22:24, 25Nieuwewereldvertaling van de Bijbel
-
-
24 ‘“Zo zeker als ik leef,” verklaart Jehovah, “ook al was jij, koning Cho̱nja*+ van Juda, zoon van Jo̱jakim,+ de zegelring aan mijn rechterhand, ik zou je ervan afrukken! 25 Ik zal je in handen geven van degenen die je naar het leven staan,* in handen van degenen voor wie je bang bent, in handen van koning Nebukadne̱zar* van Babylon en in handen van de Chaldeeën.+
-
-
Jeremia 52:31, 32Nieuwewereldvertaling van de Bijbel
-
-
31 Koning E̱vil-Me̱rodach van Babylon liet in het jaar dat hij koning werd koning Jo̱jachin van Juda vrij* uit de gevangenis. Dat was in het 37ste jaar van de ballingschap van koning Jo̱jachin+ van Juda, op de 25ste dag van de 12de maand.+ 32 Hij sprak vriendelijk met hem en plaatste zijn troon hoger dan de troon van de andere koningen die met hem in Babylon waren.
-