29 In de tijd van koning Pe̱kah van Israël viel koning Ti̱glath-Pile̱ser+ van Assyrië het land binnen. Hij veroverde I̱jon, Abel-Beth-Ma̱ächa,+ Jano̱ah, Ke̱des,+ Ha̱zor, Gilead+ en Galilea — het hele land van Na̱ftali.+ De inwoners voerde hij in ballingschap naar Assyrië weg.+