12 Veel priesters, Levieten en hoofden van vaderlijke huizen — de ouderen die het vroegere huis hadden gezien+ — begonnen hard te huilen toen ze zagen dat het fundament van dit huis werd gelegd, terwijl veel anderen luid juichten van blijdschap.+
3 “Wie van jullie heeft dit huis* nog in zijn vroegere pracht gezien?+ Hoe vinden jullie dat het er nu uitziet? Vergeleken met vroeger is het toch niets meer?”+