14 Ik haat jullie nieuwemaansvieringen en feesten.
Ze zijn een last voor me geworden.
Ik kan ze niet meer verdragen.
15 En als jullie je handen uitstrekken,
verberg ik mijn ogen voor jullie.+
Al bidden jullie nog zo veel,+
ik luister niet.+
Jullie handen zitten onder het bloed.+