27 De man antwoordde: ‘“Je moet Jehovah,* je God, liefhebben met je hele hart, je hele ziel,* je hele kracht en je hele verstand”+ en: “Je moet je naaste liefhebben als jezelf.”’+
22 Nu jullie jezelf* gezuiverd hebben door jullie gehoorzaamheid aan de waarheid, met als resultaat oprechte* broederlijke genegenheid,+ moeten jullie intens van elkaar houden, vanuit het hart.+