Handelingen 2:34 Nieuwewereldvertaling van de Bijbel 34 David is weliswaar niet naar de hemel opgestegen, maar toch zegt hij: “Jehovah* heeft tegen mijn Heer gezegd: ‘Ga aan mijn rechterhand zitten
34 David is weliswaar niet naar de hemel opgestegen, maar toch zegt hij: “Jehovah* heeft tegen mijn Heer gezegd: ‘Ga aan mijn rechterhand zitten