23De hele menigte stond op en ze brachten hem naar Pilatus.+2 Daar begonnen ze hem te beschuldigen:+ ‘We hebben vastgesteld dat deze man ons volk tot opstand aanzet en de mensen verbiedt belasting aan caesar te betalen.+ Hij zegt van zichzelf dat hij Christus is, een koning.’+
12 Daarom bleef Pilatus naar een manier zoeken om hem vrij te laten. Maar de Joden schreeuwden: ‘Als u deze man vrijlaat, bent u geen vriend van caesar. Iedereen die zichzelf koning maakt, verzet zich tegen* caesar.’+