12 In al jullie generaties moet elke jongen van acht dagen oud besneden worden,+ iedereen die in het huis geboren is en ook iedereen die niet van jullie nageslacht* is en die gekocht is van een vreemdeling.
8 Hij sloot ook het verbond van de besnijdenis met hem.+ Abraham werd de vader van Isaäk+ en besneed hem op de achtste dag,+ Isaäk werd de vader van Jakob, en Jakob werd de vader van de 12 familiehoofden.