-
Exodus 10:16-19Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
-
-
16 De farao liet snel Mozes en Aäron halen en zei: ‘Ik heb gezondigd tegen Jehovah, jullie God, en tegen jullie. 17 Vergeef alsjeblieft deze keer nog mijn zonde en smeek Jehovah, jullie God, dat hij mij nog van deze ene dodelijke plaag verlost.’ 18 Toen ging hij* bij de farao weg en bad tot Jehovah.+ 19 Daarop liet Jehovah de wind draaien, zodat het een krachtige westenwind werd, die de sprinkhanen wegvoerde en ze de Rode Zee in joeg. Er bleef in heel Egypte geen enkele sprinkhaan over.
-