29 Toen hij opkeek en zijn broer Benjamin zag, de zoon van zijn moeder,+ vroeg hij: ‘Is dit jullie jongste broer, over wie jullie me hebben verteld?’+ Vervolgens zei hij: ‘Mag God je zegenen, jongen.’
22 Vervolgens komt de stam Benjamin. Het stamhoofd van de zonen van Benjamin is Abi̱dan,+ de zoon van Gideo̱ni. 23 In zijn leger staan 35.400 personen geregistreerd.+