11 De zoon van de Israëlitische vrouw ging de Naam lasteren en vervloeken.+ Daarom brachten ze hem naar Mozes.+ De moeder van de man was Selo̱mith, de dochter van Di̱bri, uit de stam Dan. 12 Ze zetten hem gevangen totdat voor hen duidelijk zou zijn wat Jehovah’s beslissing was.+