-
Numeri 16:39, 40Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
-
-
39 De priester Elea̱zar nam dus de koperen vuurpannen die waren aangeboden door degenen die verbrand waren, en plette die om het altaar ermee te bekleden, 40 zoals Jehovah hem via Mozes had opgedragen. Het was een herinnering voor de Israëlieten dat een onbevoegde* die geen nakomeling van Aäron was, niet mocht naderen om wierook vóór Jehovah te branden,+ zodat niemand hetzelfde zou overkomen als Korach en zijn aanhangers.+
-
-
2 Kronieken 26:18Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
-
-
18 Ze gingen voor koning Uzzi̱a staan en zeiden: ‘Het is niet toegestaan, Uzzi̱a, dat u wierook brandt voor Jehovah!+ Alleen de priesters mogen wierook branden, want zij zijn de afstammelingen van Aäron+ en zij zijn geheiligd. Ga weg uit het heiligdom, want u bent ontrouw geweest en Jehovah God zal u hier niet voor eren.’
-