3 Jullie mogen je niet gedragen zoals ze in Egypte doen, waar jullie gewoond hebben. Jullie mogen ook niet doen wat ze in het land Kanaän doen, waar ik jullie naartoe breng.+ Jullie mogen hun gebruiken niet volgen.*
31 Zo mag je Jehovah, je God, niet aanbidden, want zij doen voor hun goden alle walgelijke dingen die Jehovah haat. Ze verbranden zelfs hun zonen en dochters voor hun goden.+