3 Judas, de verrader, zag dat Jezus veroordeeld was en kreeg spijt. Daarom bracht hij de 30 zilverstukken terug naar de overpriesters en de oudsten+ 4 en zei: ‘Ik heb gezondigd. Ik heb een onschuldige verraden.’ Ze zeiden: ‘Wat maakt ons dat uit? Dat is jouw probleem!’