7 Ze gaven die speciale status* aan Ke̱des+ in Galilea, in het bergland van Na̱ftali, aan Sichem+ in het bergland van Efraïm en aan Ki̱rjath-A̱rba+ (He̱bron) in het bergland van Juda.
5 Ze zat meestal onder de Deborapalm tussen Ra̱ma+ en Bethel+ in het bergland van Efraïm, en de Israëlieten gingen naar haar toe voor rechterlijke uitspraken.