8 Vervolgens ging de grens omhoog naar het Dal van de Zoon van Hi̱nnom,+ naar de zuidhelling van Jebus*+ (Jeruzalem),+ en liep dan omhoog naar de top van de berg die uitziet op het Hi̱nnomdal in het westen, dat aan het noordelijke eind van het Re̱faïmdal* ligt.
63 Maar de Jebusieten,+ de inwoners van Jeruzalem,+ konden niet door de mannen van Juda verdreven worden.+ Daarom wonen de Jebusieten nog tot op deze dag in Jeruzalem met het volk van Juda.