28Achaz+ was 20 jaar toen hij koning werd en hij regeerde 16 jaar in Jeruzalem. Anders dan zijn voorvader David deed hij niet wat goed was in Jehovah’s ogen.+
5 Daarom liet Jehovah, zijn God, hem in handen vallen van de koning van Syrië.+ Ze versloegen hem en namen een groot aantal gevangenen mee naar Damaskus.+ Hij werd ook in handen gegeven van de koning van Israël, die een grote slachting aanrichtte.