20 Bena̱ja,+ de zoon van Jo̱jada, was een moedig man* die veel heldendaden deed in Ka̱bzeël.+ Hij doodde de twee zonen van A̱riël uit Moab. Een andere keer, toen er sneeuw lag, daalde hij af in een waterput en doodde een leeuw.+
5 De bevelhebber van de derde groep, die in de derde maand dienst had, was Bena̱ja,+ de zoon van de overpriester Jo̱jada.+ Zijn afdeling telde 24.000 man.