-
1 Koningen 13:30Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
-
-
30 Hij legde het lichaam in zijn eigen graf, en ze bleven over hem jammeren: ‘Wat erg, mijn broeder!’
-
-
2 Koningen 23:17, 18Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
-
-
17 Toen zei hij: ‘Wat is dat voor een grafsteen die ik daar zie?’ De mannen van de stad antwoordden hem: ‘Het is het graf van de man van de ware God uit Juda+ die de dingen heeft voorspeld die u met het altaar van Bethel hebt gedaan.’ 18 Hij zei: ‘Laat hem met rust. Laat niemand zijn botten aanraken.’ Ze lieten zijn botten dus met rust, en ook de botten van de profeet die uit Sama̱ria was gekomen.+
-