9 Zodra ze aan de overkant waren, zei Eli̱a tegen Elisa: ‘Wat kan ik voor je doen voordat ik van je word weggenomen? Vraag het maar.’ Elisa vroeg: ‘Mag ik alsjeblieft een dubbel deel*+ van je geest hebben?’+
15 Toen de profetenzonen van Jericho hem op een afstand zagen, zeiden ze: ‘De geest van Eli̱a is op Elisa komen te rusten.’+ Ze gingen hem tegemoet en bogen diep voor hem.