7 Hij stuurde ook de volgende boodschap naar koning Josafat van Juda: ‘De koning van Moab is tegen mij in opstand gekomen. Wil je met mij tegen Moab ten strijde trekken?’ Hij antwoordde: ‘Ik ga mee.+ Jij en ik zijn één. Mijn volk is jouw volk. Mijn paarden zijn jouw paarden.’+
2 Jehu,+ de zoon van Hana̱ni,+ de visionair, ging koning Josafat tegemoet en zei tegen hem: ‘Hoor je slechte mensen te helpen?+ Moet je degenen die Jehovah haten liefhebben?+ Om die reden is Jehovah woedend op je.