22 Toen ze de Ne̱geb in trokken, kwamen ze bij He̱bron,+ waar Ahi̱man, Se̱sai en Ta̱lmai+ woonden, de Enakieten.+ (He̱bron was zeven jaar eerder gebouwd dan Zo̱an in Egypte.)
2Later ging David Jehovah om raad vragen.+ Hij zei: ‘Zal ik naar een van de steden van Juda gaan?’ Jehovah antwoordde: ‘Ga.’ Toen vroeg David: ‘Waar zal ik naartoe gaan?’ Hij zei: ‘Naar He̱bron.’+
23 Dit zijn de aantallen van de gewapende soldaten die bij David in He̱bron+ kwamen om volgens Jehovah’s bevel het koningschap van Saul op hem over te dragen.+