4 Ram was de vader van Ammina̱dab.
Ammina̱dab was de vader van Nahe̱sson.+
Nahe̱sson was de vader van Sa̱lmon.
5 Sa̱lmon was de vader van Boaz+ en zijn moeder was Rachab.+
Boaz was de vader van Obed+ en zijn moeder was Ruth.+
Obed was de vader van I̱saï.+