8Toen zei Jehovah tegen Jozua: ‘Wees niet bang en laat je niet afschrikken.+ Trek met alle strijders op tegen Ai. Ik geef je de koning van Ai, zijn volk, zijn stad en zijn land in handen.+
1Na de dood van Jozua+ vroegen de Israëlieten* aan Jehovah:+ ‘Wie van ons moet als eerste de Kanaänieten aanvallen?’ 2 Jehovah antwoordde: ‘Juda zal gaan.+ Ik geef* hem het land in handen.’
3 Ga nu, val de Amalekieten+ aan en bestem hen en alles wat ze hebben voor de vernietiging.+ Je mag ze niet sparen.* Je moet ze doden:+ mannen en vrouwen, kinderen en baby’s, stieren en schapen, kamelen en ezels.”’+