28 Heel Israël hoorde van het oordeel dat de koning had geveld. Ze kregen ontzag voor de koning,+ want ze zagen dat hij de wijsheid van God had om recht te spreken.+
12 zal ik je wijsheid en kennis geven. Maar ik zal je ook rijkdom, bezittingen en eer geven — zo veel als geen koning vóór jou heeft gehad of na jou zal hebben.’+