25 En David bouwde er een altaar+ voor Jehovah en bracht brandoffers en vredeoffers. Jehovah luisterde naar het smeekgebed voor het land,+ en er kwam een eind aan de plaag over Israël.
18 Jehovah’s engel droeg Gad+ toen op om tegen David te zeggen dat hij omhoog moest gaan naar de dorsvloer van de Jebusiet O̱rnan+ om daar een altaar voor Jehovah op te richten.