8 Zeg tegen mijn dienaar David: “Dit zegt Jehovah van de legermachten: ‘Ik heb je uit het veld gehaald, bij de schapen vandaan,+ om je leider over Israël te maken.+
12 Wanneer je leven ten einde loopt+ en je gaat rusten bij je voorvaders, zal ik je laten opvolgen door je nageslacht,* je eigen zoon.* Ik zal hem het koningschap stevig in handen geven.+
4 Jehovah zal de belofte nakomen die hij mij heeft gedaan: “Als je zonen op hun weg letten en mij trouw volgen* met hun hele hart en hun hele ziel,*+ dan zal er op de troon van Israël altijd een afstammeling van jou zitten.”*+
5 dan zal ik de troon van je koningschap over Israël voor eeuwig bevestigen, zoals ik je vader David heb beloofd: “Op de troon van Israël zal altijd een afstammeling van jou zitten.”+