-
2 Kronieken 26:16-18Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
-
-
16 Maar toen hij eenmaal machtig was, werd hij trots in zijn hart. Dat werd zijn ondergang. Hij was ontrouw aan Jehovah, zijn God, door de tempel van Jehovah binnen te gaan om wierook te branden op het reukofferaltaar.+ 17 Meteen ging de priester Aza̱rja hem achterna met 80 andere moedige priesters van Jehovah. 18 Ze gingen voor koning Uzzi̱a staan en zeiden: ‘Het is niet toegestaan, Uzzi̱a, dat u wierook brandt voor Jehovah!+ Alleen de priesters mogen wierook branden, want zij zijn de afstammelingen van Aäron+ en zij zijn geheiligd. Ga weg uit het heiligdom, want u bent ontrouw geweest en Jehovah God zal u hier niet voor eren.’
-