2Dit waren de inwoners van de provincie* die terugkwamen uit het midden van de ballingen,+ die koning Nebukadne̱zar van Babylon had weggevoerd naar Babylon+ en die later naar Jeruzalem en Juda teruggingen, ieder naar zijn eigen stad.+
25 Achter hem voerde Pa̱lal, de zoon van U̱zai, herstellingswerk uit tegenover de Steunbeer en de toren die vanaf het Huis* van de Koning uitsteekt,+ de hoge toren die bij het Hof van de Wacht+ hoort. Daarachter werkte Peda̱ja, de zoon van Pa̱ros.+