10 Toen de Horoniet Sanba̱llat+ en de Ammonitische+ ambtenaar* Tobi̱a+ het te horen kregen, beviel het ze helemaal niet dat er iemand was gekomen om iets goeds voor het volk Israël te doen.
3 Toen zei de Ammoniet+ Tobi̱a,+ die naast hem stond: ‘Er hoeft maar een vos te klimmen op de stenen muur die ze aan het bouwen zijn, of hij valt al om.’