12 Koning Jo̱jachin van Juda gaf zich over aan de koning van Babylon,+ samen met zijn moeder, zijn dienaren, zijn aanvoerders en zijn hofbeambten.+ De koning van Babylon nam hem gevangen in het achtste jaar van zijn regering.+
14 Hij voerde heel Jeruzalem in ballingschap weg: alle aanvoerders,+ alle dappere strijders en elke ambachtsman en metaalbewerker.*+ Hij voerde 10.000 man in ballingschap weg. Niemand werd achtergelaten behalve de armste mensen van het land.+