10 Toen de Horoniet Sanba̱llat+ en de Ammonitische+ ambtenaar* Tobi̱a+ het te horen kregen, beviel het ze helemaal niet dat er iemand was gekomen om iets goeds voor het volk Israël te doen.
14 O mijn God, denk aan wat Tobi̱a+ en Sanba̱llat hebben gedaan, en ook aan de profetes Noa̱dja en de rest van de profeten die steeds hebben geprobeerd me bang te maken.