8Daarna dacht God aan Noach en aan alle wilde en tamme dieren die bij hem in de ark waren,+ en God zorgde ervoor dat het op aarde ging waaien, waardoor het water begon te zakken.
21 Toen strekte Mozes zijn hand uit over de zee.+ Jehovah liet de zee terugwijken door een sterke oostenwind, die de hele nacht waaide, waardoor de zeebodem in droog land veranderde.+ En het water werd in tweeën gespleten.+