10 Al uw werken zullen u eren, Jehovah,+
en uw loyalen zullen u loven.+
כ [kaf]
11 De glorie van uw koningschap zullen ze verkondigen,+
over uw macht zullen ze spreken.+
ל [lamedh]
12 Ze zullen de mensen vertellen over uw machtige daden,+
over de glorieuze pracht van uw koningschap.+