4 Toen schreef Mozes alle woorden van Jehovah op.+ Hij stond ’s morgens vroeg op, bouwde aan de voet van de berg een altaar en richtte 12 zuilen op, één voor elk van de 12 stammen van Israël.
8 Ik spreek rechtstreeks* tot hem,+ openlijk en niet in raadsels, en hij ziet de gestalte van Jehovah. Hoe durven jullie dan kritiek te hebben op Mozes, mijn dienaar?’