-
Deuteronomium 6:10, 11Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
-
-
10 Wanneer Jehovah, je God, je in het land brengt dat hij met een eed aan je voorvaders Abraham, Isaäk en Jakob heeft beloofd+ — een land met grote en mooie steden die je niet zelf hebt gebouwd,+ 11 huizen vol met allerlei goede dingen waar je niet voor hebt gewerkt, waterputten die je niet hebt uitgehouwen, en wijngaarden en olijfbomen die je niet hebt geplant — en je gegeten hebt en verzadigd bent,+
-
-
Jozua 5:11, 12Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
-
-
11 En op de dag na het Pascha begonnen ze de opbrengst van het land te eten. Op diezelfde dag aten ze ongezuurd brood+ en geroosterd graan. 12 Er verscheen geen manna meer vanaf de dag waarop ze van de opbrengst van het land hadden gegeten. De Israëlieten kregen geen manna meer+ omdat ze dat jaar de opbrengst van het land Kanaän gingen eten.+
-