Jeremia 31:20 Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave) 20 ‘Is Efraïm niet een dierbare zoon voor me, een geliefd kind?+ Want elke keer dat ik iets zeg wat tegen hem is, denk ik wel aan hem. Daarom worden mijn gevoelens* voor hem geraakt.+ En ik zal beslist medelijden met hem hebben’, verklaart Jehovah.+
20 ‘Is Efraïm niet een dierbare zoon voor me, een geliefd kind?+ Want elke keer dat ik iets zeg wat tegen hem is, denk ik wel aan hem. Daarom worden mijn gevoelens* voor hem geraakt.+ En ik zal beslist medelijden met hem hebben’, verklaart Jehovah.+