14 Jehovah zei toen tegen me: ‘De profeten profeteren leugens in mijn naam.+ Ik heb ze niet gestuurd, ik heb ze niets opgedragen en ik heb niet tegen ze gesproken.+ Ze profeteren tot jullie een leugenvisioen, een zinloze voorspelling en bedrog uit hun eigen hart.+
6 ‘Ze hebben bedrieglijke visioenen gezien en leugens voorspeld. Ze zeggen: “Het woord van Jehovah is”, terwijl Jehovah zelf hen niet heeft gestuurd. En toch verwachten ze dat hun woord uitkomt.+