6 Want onze vaders zijn ontrouw geweest en hebben gedaan wat slecht was in de ogen van Jehovah, onze God.+ Ze hebben hem verlaten. Ze hebben niet naar de tabernakel van Jehovah omgekeken. Ze hebben hem de rug toegekeerd.+
33 Ze bleven mij de rug toekeren en lieten mij hun gezicht niet zien.+ Hoewel ik ze steeds weer* probeerde te onderwijzen, luisterde niemand naar mijn correctie.*+