14 Jehovah zei toen tegen me: ‘De profeten profeteren leugens in mijn naam.+ Ik heb ze niet gestuurd, ik heb ze niets opgedragen en ik heb niet tegen ze gesproken.+ Ze profeteren tot jullie een leugenvisioen, een zinloze voorspelling en bedrog uit hun eigen hart.+
15 “Want ik heb ze niet gestuurd”, verklaart Jehovah. “Maar ze profeteren leugens in mijn naam, met als gevolg dat ik jullie zal verdrijven en dat jullie zullen omkomen, jullie en de profeten die tot jullie profeteren.”’+