-
2 Koningen 23:8, 9Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
-
-
8 Toen haalde hij alle priesters weg uit de steden van Juda. De offerhoogten waar de priesters offerrook hadden gemaakt — van Ge̱ba+ tot Berse̱ba+ — maakte hij ongeschikt voor aanbidding. Hij brak ook de offerhoogten bij de poorten af, die bij de ingang waren van de poort van de stadsbestuurder Jozua, links als je de stadspoort binnenkwam. 9 De priesters van de offerhoogten deden geen dienst bij het altaar van Jehovah in Jeruzalem,+ maar ze aten wel ongezuurd brood samen met hun broeders.
-
-
Ezechiël 8:5Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
-
-
5 Hij zei tegen me: ‘Mensenzoon, richt je blik alsjeblieft op het noorden.’ Ik keek dus naar het noorden en daar, ten noorden van de poort van het altaar, stond het symbool van jaloezie in de ingang.
-