9 Maar ze gehoorzaamden niet, en Manasse liet ze steeds weer afdwalen en zette ze ertoe aan nog slechtere dingen te doen dan de volken die Jehovah voor de Israëlieten had uitgeroeid.+
11 ‘Koning Manasse van Juda heeft al die afschuwelijke dingen gedaan. Hij heeft meer kwaad gedaan dan alle Amorieten+ vóór hem,+ en hij heeft Juda met zijn walgelijke afgodsbeelden* tot zonde aangezet.