8 De geitenbok maakte zich bijzonder groot, maar zodra hij machtig werd, werd de grote hoorn gebroken. Daarvoor in de plaats kwamen vier opvallende hoorns, gericht naar de vier windstreken van de hemel.+
4 Maar wanneer hij is opgestaan, zal zijn koninkrijk uiteenvallen en worden verdeeld naar de vier windstreken van de hemel.+ Het gaat niet naar zijn nakomelingen en het zal niet zijn als de heerschappij waarmee hij heeft geheerst, want zijn koninkrijk wordt uitgerukt en gaat naar anderen.