2 Daarop begonnen Zerubba̱bel,+ de zoon van Sea̱lthiël, en Je̱sua,+ de zoon van Jo̱zadak, het huis van God in Jeruzalem te herbouwen.+ De profeten van God waren met hen en stonden hen bij.+
16 Daarom zegt Jehovah: “‘Ik zal vol barmhartigheid naar Jeruzalem teruggaan.+ Mijn eigen huis zal er worden gebouwd’,+ verklaart Jehovah van de legermachten, ‘en er zal een meetlint over Jeruzalem worden gespannen.’”+