11 Toen vroegen ze hem: ‘Waarom zeggen de schriftgeleerden dat Eli̱a+ eerst moet komen?’+ 12 Hij antwoordde: ‘Eli̱a zal inderdaad eerst komen en alles herstellen.+ Maar hoe kan er dan over de Mensenzoon geschreven staan dat hij veel lijden+ moet ondergaan en vernederd moet worden?+