42 Hij ging nog een keer weg en bad: ‘Mijn Vader, als het niet mogelijk is dat deze beker voorbijgaat zonder dat ik hem drink, laat dan uw wil gebeuren.’+
11 ‘Jehovah,* onze God, u bent het waard de lof+ en de eer+ en de kracht+ te ontvangen, want u hebt alle dingen geschapen+ en dankzij uw wil zijn ze tot bestaan gekomen en werden ze geschapen.’